Deze betalaïnes vormen een groepje van stikstofbevattende pigmenten, die geel, oranje, roze, rood en paars van kleur kunnen zijn. In de plantenwereld ontstaat de rode kleur in veruit de meeste gevallen door carotenoïden en flavonoïden. De rode kleur van de meeste rode vruchten en groenten, zoals cranberry's, druiven, rode kool en aardbeien is het gevolg van de aanwezigheid van anthocyanidines, die tot de familie van de flavonoïden behoren.
Betalaïnes worden, behalve in de rode biet, ook aangetroffen in een aantal vetplanten en in paddestoelen van het geslacht Amanita, waartoe bijvoorbeeld ook de vliegenzwam behoort. De enige andere eetbare plant, die betalaïne bevat is de cactusvijg (Opuntia ficus-indica).
![]() |
[Cactusvijg] |
Ook de gele betaxanthine pigmenten vulgaxanthine-I en vulgaxanthine-II komen toch nog in behoorlijke hoeveelheden in de rode biet voor. De variabele kleur van de rode biet is het gevolg van wisselende hoeveelheden van diverse kleurstoffen.
De betalaïnes verstoppen zich niet alleen in de wortels van de rode biet, maar zorgen ook voor de roodpaarse kleur van de bladeren, zoals bijvoorbeeld die van de Bull's Blood.
Betanine is toegestaan als natuurlijk pigment in voedingsmiddelen en heeft als bietenrood de aanduiding E162 gekregen. Die kleurstoffen hebben natuurlijk ook gezonde effecten op het menselijk lichaam, maar dat zijn onderwerpen voor andere artikelen op deze site.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten